Skip to main content

Hartkloppingen, benauwdheid of het gevoel krijgen te stikken. Psycholoog Ruth de Heer beantwoordt vier vragen over paniekaanvallen.

1. Een paniekaanval, hoe voelt dat?

“Ik heb op dit moment een paniekaanval, en mijn collega neemt het even over”, zei een Australische weerman een tijdje geleden live op TV. Die medewerker nam het inderdaad soepel over, en de video ging viral. De weerman lijkt kalm, maar vanbinnen woedt er een paniekstorm, legt gz-psycholoog Ruth de Heer van The Mental Move uit. Wie een paniekaanval heeft, ervaart onverwachts een intense angst die binnen tien minuten een piek bereikt. Je kunt gaan trillen, zweten, wordt misselijk, krijgt pijn of een naar gevoel op de borst.

Je kunt hartkloppingen voelen, benauwd worden of het gevoel krijgen te stikken. Je kunt ook tintelingen, dove gevoelens, opvliegers, duizeligheid, gevoelens van derealisatie of depersonalisatie krijgen. Of je hebt de angst om dood te gaan, gek te worden of de controle te verliezen.

De Heer: “Als je vier of meer van deze stresssignalen kunt aanvinken, spreken we van een paniekaanval. Misschien denk je bij een paniekaanval aan hyperventileren en zichtbare angst, maar vaak is het veel subtieler. Iemand kan zinnen formuleren, lijkt rustig, maar vanbinnen is er ontzettend veel gaande. Mensen met paniekaanvallen kunnen het vaak goed verbloemen. Je hebt ook niet altijd al deze veertien symptomen tegelijk.”

2. Wat triggert een paniekaanval?

Vaak ontstaat een paniekaanval uit een normale stressreactie die steeds erger wordt, legt De Heer uit. “Je wordt warm of duizelig of je hart gaat sneller kloppen als je iets spannend vindt. Daar schrik je weer van, en de fysieke stresssignalen nemen toe. Je voelt dat je die stressreacties van je lichaam niet meer onder controle hebt, en het lukt niet om de paniek te dempen – je zit dan in een angstcirkel.”

De manieren die jij hebt om jezelf te kalmeren, bijvoorbeeld rustig ademen of even naar buiten gaan, kunnen misschien niet in de situatie waarin je je bevindt. Omdat je in de trein zit of live op tv bent. En de paniek neemt nog meer toe.

“Je angst en paniek winnen het op zo’n moment van je ratio. Je lichaam gedraagt zich alsof er gevaar is, je staat in de alarmstand. Dat je niet doodgaat, gek wordt of flauw gaat vallen weet je rationeel misschien wel, maar die boodschap komt niet aan.”

3. Wat kun je doen als iemand ineens een paniekaanval heeft?

Geruststellen en de situatie normaliseren, zegt De Heer. “Help iemand om te kalmeren. Praat rustig en vriendelijk, keer de aandacht naar buiten: vraag bijvoorbeeld wat iemand om zich heen ziet, en leid hem of haar af.”

‘Het is maar een fysieke reactie, het is zo weer over, je schrikt nu even van je lichaam’, kun je rustig tegen iemand zeggen. “Ademhalingsoefeningen kunnen sommige mensen helpen, maar bij anderen de paniek ook juist versterken, omdat iemand zich focust op zijn of haar lichaam. Al die aandacht naarbinnen kan de angst versterken. Richt je dus op wat er buiten om je heen gebeurt.”

Paniekaanvallen zitten in de taboesfeer, denkt de psycholoog; mensen zijn bang dat anderen denken dat ze zich aanstellen. “Dat is niet helpend. Door de druk dat het echt niet mág gebeuren, ben je juist alerter op elk signaal van je lichaam en zul je juist weer in een paniekaanval terechtkomen.”

4. Kun je er weer van afkomen, en hoe dan?

Die vraag is niet eenduidig te beantwoorden, zegt De Heer. Je moet eerst eens op zoek naar de oorzaak. Dat kan chronische stress zijn, waarbij iemand extreem veel werkt en niet goed voor zichzelf zorgt. “Of er kan een onderliggend trauma spelen. Dan moeten we daar eerst mee aan de slag en dat vereist een heel andere benadering dan wanneer een paniekaanval ontstaat uit de angst voor lichamelijke panieksensaties.”

Belangrijk is dat mensen met een paniekaanval leren dat paniek niet je leven hoeft te beheersen, dat je het aankan en dat het weer overgaat. “Het kan iedereen overkomen. Heel naar, maar probeer de situaties waarin het gebeurt niet te vermijden.”

Die weerman heeft het slim aangepakt, zegt De Heer. Hij heeft het van tevoren besproken met zijn collega’s. Dat tekstje had hij waarschijnlijk in zijn hoofd voor áls het zou gebeuren op tv, en ook zijn collega had een goed voorbereid verhaal toen ze in beeld kwam.

“Daardoor kan hij z’n werk doen, door stresssituaties niet te gaan vermijden.” Dat leren we ook aan cliënten in therapie: paniek komt en gaat, maar je kunt het aan. Je hoeft er niet bang voor te zijn en het hoeft jouw leven niet te beheersen.”

Lees het hele artikel hier:

Zo kun je helpen als iemand een paniekaanval krijgt: ‘Leid de aandacht af’ | Slimmer leven | NU.nl